Het stond in een klein hoekje in mijn krant: “Toerismesector in Westhoek tevreden over zomer”. En verder: “De
toeristische sector is tevreden over de zomer. Juli was goed, augustus nog beter. Dat zegt het provinciebedrijf
Westtoer aan het einde van de vakantie. Vooral Ieper beleefde topdagen dankzij de heropening van het In Flanders Fields Museum en de komst van Villa Vanthilt. De Westhoek-regio kan terugblikken op een geslaagd zomerseizoen”.
Telkens ik dergelijk bericht lees overvalt mij een gevoel van tevredenheid en trots. Ik voel mij nog altijd betrokken bij alles wat er op toeristisch vlak in Ieper gebeurt. Het was mijn eerste job in 1972: directeur van de toeristische dienst. Toen was de dienst nog met drie mensen bemand en we kregen verschillende supplementaire jobs om ons bestaan te verantwoorden: naast toerisme sensu stricto waren wij belast met de culturele programmatie (er was nog geen cultuurdienst), met de informatieverschaffing aan de bevolking (er was nog geen communicatiedienst), met het schrijven van speechen, met het protocol bij grote plechtigheden, met de ontvangst van oudstrijders (en toen waren er nogal wat !), …
Amper enkele jaren eerder –in 1958- had het stadsbestuur de beslissing genomen om een toeristisch attaché aan te duiden. Er waren ongetwijfeld mensen toen, die deze aanwerving hebben betwist en die twijfelden aan het nut ervan. Is “feesten” en “reizen” wel een opdracht van een openbaar bestuur ? Maar mijn voorganger, Roland Annoot, heeft zich in zijn job vastgebeten en de basis gelegd van een schitterend verhaal. Ik mocht hem opvolgen in 1972, omdat Roland directeur van Westtoerisme was geworden. Een broekje van 22 jaar was ik, nog nagenietend van het studentikoze bestaan van de voorgaande jaren. Ook ik wilde mijn stempel drukken en de toeristische dienst werd onmisbaar in het stadsleven. De eerste kleurenfolder rolde van de persen, de eerste gerichte promotiecampagne in het buitenland werd opgezet, de Kattenstoet werd geactualiseerd, we mochten de Europese finale van “Spel zonder Grenzen”organiseren op de Grote Markt, … Het was een schitterende tijd… tot nieuwe verantwoordelijkheden mij riepen en Johan Martin mij opvolgde. Johan was een meester in zijn vak en bouwde voort aan Iepers toeristisch verhaal. Maar hij bleef niet lang want ook hij werd door Westtoerisme weggelokt. Peter Slosse is dan gekomen en Peter is er vandaag nog. Hij heeft -met veel realiteitszin -van de “toeristische kerk” een kathedraal gemaakt. Vandaag is de dienst toerisme een schitterende en hardwerkende groep gedreven mensen. De zakelijke leiding van het In Flanders Fieldsmuseum ligt eveneens in Peters handen. En ook de grootste scepticus zal getuigen dat dit een ongelooflijk succesverhaal is
geworden. Als je ziet waar we vandaan komen mag je gerust van een toeristisch wonder spreken !
Dat berichtje in de krant toont dat Ieper toeristisch nog altijd in de lift zit. En wanneer ikzelf ook zo blij ben met dit bericht, dan is het ook een beetje omdat een boom alleen kan groeien als de wortels goed en gezond zijn. En aan die wortels mocht ik meewerken, en daar ben ik fier op. Apetrots !
(op bovenstaande foto zie je Johan Martin, Peter Slosse en mezelf, of veertig jaar toerisme in Ieper. Onze
“stamvader” Roland Annoot is enkele jaren geleden
overleden).
toeristische sector is tevreden over de zomer. Juli was goed, augustus nog beter. Dat zegt het provinciebedrijf
Westtoer aan het einde van de vakantie. Vooral Ieper beleefde topdagen dankzij de heropening van het In Flanders Fields Museum en de komst van Villa Vanthilt. De Westhoek-regio kan terugblikken op een geslaagd zomerseizoen”.
Telkens ik dergelijk bericht lees overvalt mij een gevoel van tevredenheid en trots. Ik voel mij nog altijd betrokken bij alles wat er op toeristisch vlak in Ieper gebeurt. Het was mijn eerste job in 1972: directeur van de toeristische dienst. Toen was de dienst nog met drie mensen bemand en we kregen verschillende supplementaire jobs om ons bestaan te verantwoorden: naast toerisme sensu stricto waren wij belast met de culturele programmatie (er was nog geen cultuurdienst), met de informatieverschaffing aan de bevolking (er was nog geen communicatiedienst), met het schrijven van speechen, met het protocol bij grote plechtigheden, met de ontvangst van oudstrijders (en toen waren er nogal wat !), …
Amper enkele jaren eerder –in 1958- had het stadsbestuur de beslissing genomen om een toeristisch attaché aan te duiden. Er waren ongetwijfeld mensen toen, die deze aanwerving hebben betwist en die twijfelden aan het nut ervan. Is “feesten” en “reizen” wel een opdracht van een openbaar bestuur ? Maar mijn voorganger, Roland Annoot, heeft zich in zijn job vastgebeten en de basis gelegd van een schitterend verhaal. Ik mocht hem opvolgen in 1972, omdat Roland directeur van Westtoerisme was geworden. Een broekje van 22 jaar was ik, nog nagenietend van het studentikoze bestaan van de voorgaande jaren. Ook ik wilde mijn stempel drukken en de toeristische dienst werd onmisbaar in het stadsleven. De eerste kleurenfolder rolde van de persen, de eerste gerichte promotiecampagne in het buitenland werd opgezet, de Kattenstoet werd geactualiseerd, we mochten de Europese finale van “Spel zonder Grenzen”organiseren op de Grote Markt, … Het was een schitterende tijd… tot nieuwe verantwoordelijkheden mij riepen en Johan Martin mij opvolgde. Johan was een meester in zijn vak en bouwde voort aan Iepers toeristisch verhaal. Maar hij bleef niet lang want ook hij werd door Westtoerisme weggelokt. Peter Slosse is dan gekomen en Peter is er vandaag nog. Hij heeft -met veel realiteitszin -van de “toeristische kerk” een kathedraal gemaakt. Vandaag is de dienst toerisme een schitterende en hardwerkende groep gedreven mensen. De zakelijke leiding van het In Flanders Fieldsmuseum ligt eveneens in Peters handen. En ook de grootste scepticus zal getuigen dat dit een ongelooflijk succesverhaal is
geworden. Als je ziet waar we vandaan komen mag je gerust van een toeristisch wonder spreken !
Dat berichtje in de krant toont dat Ieper toeristisch nog altijd in de lift zit. En wanneer ikzelf ook zo blij ben met dit bericht, dan is het ook een beetje omdat een boom alleen kan groeien als de wortels goed en gezond zijn. En aan die wortels mocht ik meewerken, en daar ben ik fier op. Apetrots !
(op bovenstaande foto zie je Johan Martin, Peter Slosse en mezelf, of veertig jaar toerisme in Ieper. Onze
“stamvader” Roland Annoot is enkele jaren geleden
overleden).