Politiek is teamwerk, dit is een groepsopdracht. Wie als politicus beweert –of de indruk wekt- dat hij alleen alles aankan, liegt. Wie cavalier seul speelt in de politiek, valt op zijn bek. We vullen elkaar aan.
Ik heb al gezegd dat ik een ploegspeler ben, dat ik het best functioneer in een goed team, niet alleen van politici, maar ook van ambtenaren.
Ik ben lang genoeg ambtenaar geweest om te weten en te beseffen dat goede ambtenaren onmisbaar zijn, ook en vooral op het lokaal vlak. Voor hun inzet heb ik altijd bewondering gehad. En deze bewondering gaat niet over, nu ik aan de andere kant van de beslissingslijn mijn kans ga. Bij mijn afscheidsspeech als stadssecretaris heb ik dat sterk benadrukt. Een fragment:
“Naast dank voel ik vandaag bewondering. In dat woord zit het woordje “wonder”. Vele keren heb ik jullie in stilte bewonderd.
Misschien denkt men dat alles vanzelfsprekend is, maar het gaat allemaal niét zo vanzelf: ik kon bewonderen
In elk van deze en ontelbaar andere gevallen waren de realisaties het gevolg van grote inzet en veel creativiteit. Ik heb er dikwijls met be- en verwondering naar gekeken. En als ik een raad mag geven aan de collega’s: blijf creatief bezig, laat ideeën groeien, geef vernieuwing een kans en verlies geen energie aan nutteloze ruzies of plagerijen. Een goede administratie is er één, waar men samen -en ook in éénklank met het beleid-, aan de weg timmert.”
Ook als het lot en de kiezer mij de mogelijkheid bieden om aan de beleidsbeslissingen mee te werken, zal ik altijd respectvol met de administratie omgaan. ’t Is maar dat je het weet.
Ik heb al gezegd dat ik een ploegspeler ben, dat ik het best functioneer in een goed team, niet alleen van politici, maar ook van ambtenaren.
Ik ben lang genoeg ambtenaar geweest om te weten en te beseffen dat goede ambtenaren onmisbaar zijn, ook en vooral op het lokaal vlak. Voor hun inzet heb ik altijd bewondering gehad. En deze bewondering gaat niet over, nu ik aan de andere kant van de beslissingslijn mijn kans ga. Bij mijn afscheidsspeech als stadssecretaris heb ik dat sterk benadrukt. Een fragment:
“Naast dank voel ik vandaag bewondering. In dat woord zit het woordje “wonder”. Vele keren heb ik jullie in stilte bewonderd.
Misschien denkt men dat alles vanzelfsprekend is, maar het gaat allemaal niét zo vanzelf: ik kon bewonderen
- dat bijvoorbeeld elke week de dossiers voor het college en de verklarende nota konden voorgelegd worden,
- dat bijvoorbeeld onze eigen technische dienst die mooie uitbouw van de communicatiedienst heeft gerealiseerd,
- dat onze (nu verkochte) waterdienst zo voorbeeldig werd gerund,
- dat een collega uit de administratie op volks- of andere vergaderingen de dossiers op een heldere manier uiteenzet,
- dat indertijd onze eigen mensen het podium voor het pausbezoek realiseerden met weinig middelen maar met een groot hart,
- dat verkiezingen en zelfs een referendum vlekkeloos werden georganiseerd,
- dat die begroting elk jaar op tijd klaar is,
- dat In Flanders Fields elk jaar meer dan 200.000 bezoekers trekt,
- dat toeristen hier lovend spreken over de manier waarop het onthaal hier wordt aangepakt,
In elk van deze en ontelbaar andere gevallen waren de realisaties het gevolg van grote inzet en veel creativiteit. Ik heb er dikwijls met be- en verwondering naar gekeken. En als ik een raad mag geven aan de collega’s: blijf creatief bezig, laat ideeën groeien, geef vernieuwing een kans en verlies geen energie aan nutteloze ruzies of plagerijen. Een goede administratie is er één, waar men samen -en ook in éénklank met het beleid-, aan de weg timmert.”
Ook als het lot en de kiezer mij de mogelijkheid bieden om aan de beleidsbeslissingen mee te werken, zal ik altijd respectvol met de administratie omgaan. ’t Is maar dat je het weet.