De Olympische Spelen zijn begonnen. Met een gigantische
show, die –zoals het tot vervelens toe werd herhaald- niet
wilde wedijveren met Peking vier jaar geleden. En terecht, want de
Chinezen hebben toen echt alles uit de kast gehaald en voor jaren de trofee van perfectie naar zich toe gehaald.
Londen zou ànders worden. Het promotieplaatje zou onweerstaanbaar zijn. De eigenheid en de trots van de Britten werd dik in deverf gezet. Danny Boyle maakte er een adembenemend spektakel van. Iedereen, die dit beeld van Britse suprematie kon Rolling Stones, JK Rowling, David Beckham, Paul McCartney, Bradley Wiggins, Steve Redgrave, …
De regievondsten waren groots. Het spektakel kon boeien. De thema’s –het landbouwleven, de industrialisatie, de kinderliteratuur, de gezondheidszorg- waren in dit kader niet vanzelfsprekend en dus gedurfd. Even gedurfd als de technische vondsten. Om duimen en vingers af te likken.
De beste momenten waren voor mij deze momenten, waar de fijne Britse humor werd opgevoerd. Enorm heb ik genoten van Mr. Bean, alias Rowan Atkinson, die zijn eigenste zichzelf bleef midden al de glamour van het moment.En wat dan te denken van Her Majesty herself, die zich door James Bond liet overhalen om in een helikopter plaats te nemen en een rolletje te spelen in de show. Wie dit voor mekaar heeft gekregen verdient een monument. En het leek alsof Elisabeth al onmiddellijk spijt had van haar”voortvarendheid”, want ze had nadien toch wel grote moeite om nog een glimlach op haar gezicht te toveren.
En ondanks de prachtige show kreeg ik toch een wrange bijsmaak in de mond.
Daar was niet alleen het triomfalistische en arrogante toontje van de speakers in het stadion, daar was ook de erg gehavende geschiedenis van het IOC, dat onder een lawine van soms leugenachtige slogans wordt weggemoffeld. Wie ooit het boekje “In de ban van de ringen” van Andrew Jennings over geld en corruptie in de olympische beweging las, kan niet meer kritiekloos naar het olympisch gebeuren kijken.
Gisteren sprak onze Jacques Rogge over zijn hoop een cleane sport. Maar zijn eigen IOC heeft, met de talrijke verhalen over uitkoping en corruptie tijdens de biddings (denk aan Salt Lake City) deze hoop allang zelf
de kop ingeslagen. Hij had het over eerlijkheid en fair play voor de sportlui. Maar waar zat de eerlijkheid in zijn organisatie als we lezen dat McDonalds voor zijn ((ongetwijfeld royale) sponsoring verbiedt aan anderen om
in de omgeving van het stadion frietjes te verkopen.
Rogge had het over gezonde spelen. Gezond ? Als je sponsorgeld ontvangt van Coca Cola, McDonalds en Dow Chemical. Die laatsten –voor wie kort van geheugen is- is de eigenaar van Union Carbide, die verantwoordelijk is voor 22.000 doden in het Indase Bhopal (1984).
Dat gezwollen taalgebruik stoort mij. Er is ook een déjà-vu-gevoel bij. Iedere keer krijgen wij er een portie van als de spelen beginnen. En daar komt altijd nog een passage bij, waarbij bij hoog en laag wordt beweerd dat de spelen de wereldvrede naderbij brengen. Hebben de Olympische Spelen één oorlog kunnen vermijden. Ik betwijfel het. En dat Ban Ki-Moon gisteren in zijn gloednieuwe witte pakje een stukje olympische vlag vasthield verandert daar niks aan. Terwijl hij als een kind uit de Kattenstoet, die zijn moeder tussen het publiek ziet staan, gelukzalig zwaaide naar al wie hem herkende in de tribune, speelt zich in Syrië één der grootste menselijke
drama’s af uit de hedendaagse geschiedenis. Een VN-secretaris-generaal zou in dergelijke gevallen best wat meer terughoudendheid demonstreren.
En ik heb mij nog het meest gestoord –nu ik toch bezig ben-aan de gênante opvoering van Muhammad Ali, ook al in een smetteloos wit pakje. De “greatest” is zwaar ziek, gehavend van lijf en leden. Wat was de
meerwaarde om hem daar te exposeren. Ik heb altijd grote bewondering gehad voor de man. “Fly
like a bird, Sting like a bee”: Ach, wat hebben wij in onze studententijd genoten van zijn wonderlijke stijl. Boksen tot een kunstvorm verheven. De “fights of the century” (jaja, er waren er meerdere), op nachtelijke uren met velen bekeken in ons rokerig studentencafé: ze blijven in mijn geheugen gegrift. Kan men deze man nu niet
gerust laten, nu hij een gebroken man is. Men heeft hem al eens bevend en broos een olympische vlam in de hand geduwd. Dit was al meer dan voldoende. Respect voor een mens –ook al één van die Olympische idealen- betekent ook dat men mensen niet in al hun zwakheden op de wereld loslaat. Discretie zouvan veel meer waardigheid getuigen.
En toch blijft een mens hopen op beterschap. Ondanks het feit dat
al zeven mensen uit de Spelen geweerd zijn, hopen we op cleane spelen. En zullen
wij blijven kijken en duimen voor de Belgen. Zo zijn we nu eenmaal. Toch is het
goed om wanneer het gaspedaal van het olympische circus diep is ingedrukt, ook
soms even gas los te laten en op de rem te duwen.
ken om te bewerken.
show, die –zoals het tot vervelens toe werd herhaald- niet
wilde wedijveren met Peking vier jaar geleden. En terecht, want de
Chinezen hebben toen echt alles uit de kast gehaald en voor jaren de trofee van perfectie naar zich toe gehaald.
Londen zou ànders worden. Het promotieplaatje zou onweerstaanbaar zijn. De eigenheid en de trots van de Britten werd dik in deverf gezet. Danny Boyle maakte er een adembenemend spektakel van. Iedereen, die dit beeld van Britse suprematie kon Rolling Stones, JK Rowling, David Beckham, Paul McCartney, Bradley Wiggins, Steve Redgrave, …
De regievondsten waren groots. Het spektakel kon boeien. De thema’s –het landbouwleven, de industrialisatie, de kinderliteratuur, de gezondheidszorg- waren in dit kader niet vanzelfsprekend en dus gedurfd. Even gedurfd als de technische vondsten. Om duimen en vingers af te likken.
De beste momenten waren voor mij deze momenten, waar de fijne Britse humor werd opgevoerd. Enorm heb ik genoten van Mr. Bean, alias Rowan Atkinson, die zijn eigenste zichzelf bleef midden al de glamour van het moment.En wat dan te denken van Her Majesty herself, die zich door James Bond liet overhalen om in een helikopter plaats te nemen en een rolletje te spelen in de show. Wie dit voor mekaar heeft gekregen verdient een monument. En het leek alsof Elisabeth al onmiddellijk spijt had van haar”voortvarendheid”, want ze had nadien toch wel grote moeite om nog een glimlach op haar gezicht te toveren.
En ondanks de prachtige show kreeg ik toch een wrange bijsmaak in de mond.
Daar was niet alleen het triomfalistische en arrogante toontje van de speakers in het stadion, daar was ook de erg gehavende geschiedenis van het IOC, dat onder een lawine van soms leugenachtige slogans wordt weggemoffeld. Wie ooit het boekje “In de ban van de ringen” van Andrew Jennings over geld en corruptie in de olympische beweging las, kan niet meer kritiekloos naar het olympisch gebeuren kijken.
Gisteren sprak onze Jacques Rogge over zijn hoop een cleane sport. Maar zijn eigen IOC heeft, met de talrijke verhalen over uitkoping en corruptie tijdens de biddings (denk aan Salt Lake City) deze hoop allang zelf
de kop ingeslagen. Hij had het over eerlijkheid en fair play voor de sportlui. Maar waar zat de eerlijkheid in zijn organisatie als we lezen dat McDonalds voor zijn ((ongetwijfeld royale) sponsoring verbiedt aan anderen om
in de omgeving van het stadion frietjes te verkopen.
Rogge had het over gezonde spelen. Gezond ? Als je sponsorgeld ontvangt van Coca Cola, McDonalds en Dow Chemical. Die laatsten –voor wie kort van geheugen is- is de eigenaar van Union Carbide, die verantwoordelijk is voor 22.000 doden in het Indase Bhopal (1984).
Dat gezwollen taalgebruik stoort mij. Er is ook een déjà-vu-gevoel bij. Iedere keer krijgen wij er een portie van als de spelen beginnen. En daar komt altijd nog een passage bij, waarbij bij hoog en laag wordt beweerd dat de spelen de wereldvrede naderbij brengen. Hebben de Olympische Spelen één oorlog kunnen vermijden. Ik betwijfel het. En dat Ban Ki-Moon gisteren in zijn gloednieuwe witte pakje een stukje olympische vlag vasthield verandert daar niks aan. Terwijl hij als een kind uit de Kattenstoet, die zijn moeder tussen het publiek ziet staan, gelukzalig zwaaide naar al wie hem herkende in de tribune, speelt zich in Syrië één der grootste menselijke
drama’s af uit de hedendaagse geschiedenis. Een VN-secretaris-generaal zou in dergelijke gevallen best wat meer terughoudendheid demonstreren.
En ik heb mij nog het meest gestoord –nu ik toch bezig ben-aan de gênante opvoering van Muhammad Ali, ook al in een smetteloos wit pakje. De “greatest” is zwaar ziek, gehavend van lijf en leden. Wat was de
meerwaarde om hem daar te exposeren. Ik heb altijd grote bewondering gehad voor de man. “Fly
like a bird, Sting like a bee”: Ach, wat hebben wij in onze studententijd genoten van zijn wonderlijke stijl. Boksen tot een kunstvorm verheven. De “fights of the century” (jaja, er waren er meerdere), op nachtelijke uren met velen bekeken in ons rokerig studentencafé: ze blijven in mijn geheugen gegrift. Kan men deze man nu niet
gerust laten, nu hij een gebroken man is. Men heeft hem al eens bevend en broos een olympische vlam in de hand geduwd. Dit was al meer dan voldoende. Respect voor een mens –ook al één van die Olympische idealen- betekent ook dat men mensen niet in al hun zwakheden op de wereld loslaat. Discretie zouvan veel meer waardigheid getuigen.
En toch blijft een mens hopen op beterschap. Ondanks het feit dat
al zeven mensen uit de Spelen geweerd zijn, hopen we op cleane spelen. En zullen
wij blijven kijken en duimen voor de Belgen. Zo zijn we nu eenmaal. Toch is het
goed om wanneer het gaspedaal van het olympische circus diep is ingedrukt, ook
soms even gas los te laten en op de rem te duwen.
ken om te bewerken.